Facit Special Classic 2024 - up to 1951


Titel: Facit Special Classic 2024 – up to 1951.
Henk P. Burgman
Daar is tie weer, de Facit Special Classic. Een zéér gewilde en uitstekende catalogus waarin de verzamelaar van Scandinavische zegels én brieven een soort van algemene bijbel in huis haalt.
De catalogus was tot een aantal jaar geleden een gewone catalogus die toen weliswaar meer diepgang gaf dan veel andere catalogi, maar de laatste jaren worden er steeds meer dingen toegevoegd. Hiermee bedoel ik dat er elk jaar op een paar onderwerpen dieper wordt ingegaan, of dat er een geheel nieuw onderwerp wordt aangesneden.
Ook worden er onderwerpen die al eerder gespecialiseerd aan bod kwamen uitgebreid en aangepast dankzij nieuw opgedoken informatie en/of details. Om de ruimte behandelbaar te houden verdwijnen er ook artikelen die soms niet meer of pas jaren later opnieuw geplaatst worden. In totaal kunnen we informatie vinden over de volgende negen postzegel uitgevende landen; n.l. Zweden, Noorwegen, Denemarken, Schleswig, de Færøer, Groenland, met Thule, Deens West Indië, IJsland en Finland met gebieden.
Deze catalogus, die is voorzien van een harde kaft en een leeslint, is één van de catalogi die door Facit Förlags AB uit Malmö, Zweden wordt uitgegeven en is in Scandinavië een veel gebruikte en vertrouwde catalogus. De catalogus is tweetalig, Zweeds en Engels en is dus voor de niet Zweedstalige verzamelaar toegankelijk. De opgenomen, kleurenillustraties zijn op twee derde van het oorspronkelijke formaat van de zegels afgebeeld.
De prijsnoteringen worden over het algemeen genoteerd in 4 kolommen. Deze zijn:
** = Postfris
* = Ongebruikt met originele gom of plakker
⦿ = Gebruikt
= Op brief
Bij de modernere zegels vervalt, begrijpelijk, soms de kolom * voor ongebruikt. Bij de vroege Finse emissies in het wapentype, met de “tongen-perforaties”, is er een afwijkend systeem gebruikt. De algemene prijssetting is voor zegels in uitmuntende kwaliteit. Zegels die niet voldoen aan deze kwaliteit behoren in de handel lagere prijzen mee te krijgen. Bij elke zegel is niet alleen aandacht geschonken aan onderliggende zaken zoals tandingen, kleurschakeringen, verschillen in drukken (en platen) en watermerken maar ook vele varianten en plaatfouten worden benoemd (en geprijsd) en veelal afgebeeld. Ook, wanneer relevant, worden er waarderingen gegeven voor paren, strippen en blokken van 4 etc.
De catalogus begint met een algemene inleiding die niet alleen uitlegt hoe de catalogus is opgebouwd maar ook verteld welke maatstaven er aangehouden worden betreffende prijzen en kwaliteiten etc. Een aanrader om goed door te nemen/lezen! Een voorwoord en inhoudsopgave plus woordenlijst en een overzicht met gebruikte afkortingen etc. ontbreekt uiteraard niet. Het eerste speciaal artikel behandeld de retour labels gebruikt in de diverse Scandinavische landen (24 blz.). Dit wordt gevolgd door een overzicht, met beschrijving van de Zweedse proefdrukken en essays (met enkele vervalsingen) ooit vervaardigd in de boekdrukperiode (12 blz.) waarna de cliché verplaatsingen bij de eerste drie drukken van het Zweedse 4 Skilling Banco zegels aan de bak komen (16 blz.) en dit weer gevolgd door een overzicht van Zweedse brieven (binnen- en buitenland) gefrankeerd met zegels uit de periode 1855 t/m de ringtype zegels met tanding 14 (20 blz.). Dan zitten we op pagina 98 waar we met de zéér uitgebreide catalogisering van de Zweedse zegels starten.
Hier beginnen we uiteraard met het eerste Zweedse zegel en eindigen met de in 1949 uitgegeven zegels voor de viering van het 75-jarig bestaan van de UPU. Dat zijn 392 hoofdnummers maar dan zijn we wel 73 bladzijden verder. Binnen deze 73 bladzijden vinden we onder andere ook nog een speciaal artikel waarin de verschuivende opdrukken bij de Gustaf V zegels uit de periode 1917-1918 worden behandeld en een artikel over de kleurschakeringen bij de 2e Landstorm serie. Hierna komen de Dienst- en de Portzegels aan bod evenals een overzicht van de vroege handgemaakte postzegelboekjes H1 t/m H91. Een overzicht van de FDC’s uit de periode 1928 – 1949 sluit het Zweedse deel af.
Noorwegen begint met een verhandeling over de Noorse scheepspoststempel en een stukje informatie betreffend de Noorse vóórfilatelie, waarna we bij Noorwegen nummer 1 beginnen en eindigen in 1950 bij de serie met de afbeelding van Haakon VII (1950-1957). Ook hier worden de diverse BOB zegels niet vergeten.
Het Deense hoofdstuk opent met een zeldzaamheidsoverzicht van Deense verzendingen in de periode 1851-1905. De eerste zegels die uitgebreid behandeld worden zijn de kleine Skilling zegels, ook wel de kwadraat of kwadrant zegels genoemd. Iedere verzamelaar weet dat deze zegels lastig uit elkaar te houden zijn. Denemarken sluit af met een uitgebreid artikel over de Deense postzegelboekjes waarin zegels met reclame aanhangsels voorkomen. Vervolgens vinden we Schleswig met de zegels uit de volkstelling (Plebiscit, 1920) periode. Daarna komt de Færøer aan de beurt, gevolgd door Groenland dat begint met de Groenlandse Pakke-Porto zegels en de gebruikte ontwaardingen op deze zegels waarna een stukje Groenlandse post geschiedenis uitgelegd wordt waarin ook weer ruim aandacht geschonken wordt aan de eerdergenoemde Pakke-Porto zegels. Een must voor de verzamelaar van deze pakketzegels die ook als spaarzegels gebruikt werden. Afsluitend vinden we nog een uitgebreid artikel over de gebruikte stempels. Hierbij komen zowel de oude als de moderne stempels aan bod. Groenland wordt afgesloten met een kort maar aardig artikel over de geschiedenis van “Færingerhavn” aan de westkust van Groenland, ook de zegels van Thule hebben nog een plaatsje gekregen.
Dan DWI of te wel Deens West Indië. We beginnen met een kort overzicht van vóórfilatelistische stempels, waarna de postzegels alsmede de dienst- en portzegels aan de beurt zijn. Een klein stukje over de overgangsperiode (DK-USA) en de tarieven geven nog acte de présence en als klap op de vuurpijl sluiten we dit tropische gedeelte af met de private scheepspostzegels van onder andere Waterlow & Sons en de Royal Mail Steam Packer Company zegels. Ook de HAPAG-zegels komen aanbod. Hiervan wordt zelfs de collectie van Sigurd Ringström getoond zoals die in het “Ringströms Museum för Filateli” te zien is, zéér indrukwekkend en leerzaam!
Dan krijgen we IJsland. Ook hier openen we met stempels die in gebruik zijn geweest op IJsland om zegels te ontwaarden. Beginnend met de Antiqua en Lapidar stempels, laveren we tussen de Kroon en Scepterstempels via de nummerstempels naar de diverse soorten brugstempels. De penontwaardingen worden niet geschuwd. Hierna komen de stempels en cachets van de Britse en Amerikaanse troepen op IJsland (WO II) aan de beurt plus de vele censuur mogelijkheden, met daarbij veel posthistorische achtergronden, een zeer aantrekkelijk en interessant verzamelgebied! Een onbetaalbaar hoofdstuk, de Skillingbrieven, hebben een eigen hoofdstuk(je) gekregen. Na de postzegels t/m 1950 krijgen we een overzicht met de data betreffende de frankeergeldigheid van IJslandse zegels, (vooral belangrijk voor de Skilling periode) gevolgd door een artikel over de legendarische “Þrir” overdrukken uit 1897. Daarna komen de dienstzegels aan de beurt gevolgd door de Greiðslumerki, de ORLOF en Sparimerki, waarna de Stimplimerki samen met de postwaardestukken van IJsland dit gedeelte afsluiten. Tussendoor krijgen we nog overzichten van kopstaande watermerken, de zegels met mogelijke TOLLUR afstempelingen, de vroege postzegelboekjes en de oude FDC’s voorgeschoteld. Als extra toevoeging vinden we een landkaart met de postkantoren en postroutes uit 1885.
Dan Finland met de verloren gebieden Aunus, Karelië en Oost-Karelië alsmede Noord-Ingermanland. Dit gedeelte begint met een overzicht van klassieke Finse zegels op brieven gevolgd door een verhandeling over de vóórfilatelistische stempels uit de tijd van het Groot Hertogdom 1809-1917, waarna de eerste postwaardestukken behandeld worden. Dezen waren er eerder dan de zegels. Bij de oudere zegels, tot aan1875, vinden we ook steeds een overzicht van de gebruikte stempels en penvernietigingen gedurende die periode. Toen eind 1800 de Russificering steeds meer kracht kreeg werd dat ook zichtbaar in de te gebruiken postzegels. Deze periode krijgt ook veel aandacht door o.a. een overzicht van de gebruikte Russische zegels en postwaardestukken in Finland. De diverse in gebruik geweest zijnde “Noodmunt zegels” hebben ook hun plaatsje gekregen. Hierna komen de zegels van de Vrije Finse Republiek aan bod (1917). Ook hier komen de BOB zegels redelijk uitgebreid aan bod. Dit zijn de autobuspakketzegels, de veldpostzegels en de private lokaalpostzegels van Helsinki en Tammerfors. Het Finland gedeelte sluit met de zegels uitgegeven door of voor de eerder genoemd bezette en verloren gegane gebieden.
Uiteraard zijn in deze editie, ten opzichte van de voorgaande, de prijzen aangepast aan het huidige prijspeil en is het geheel weer nageplozen op kleine en grotere typfouten en zijn er vele correcties doorgevoerd.
U ziet; als verzamelaar van een of meerdere Scandinavische c.q. noordelijke landen mag deze uitstekende catalogus niet op uw bureau ontbreken. Voor meer informatie verwijs ik u naar de website van Facit en raadpleeg ook de achterzijde van de catalogus waarvan een afbeelding bij deze bespreking is bijgevoegd.
Deze catalogus is voor leden van de NFV SKANDINAVIË via de vereniging met een aardige korting verkrijgbaar.
Uitgever: Facit Förlags AB
Taal: Engels/Zweeds
Bladzijden: 511
Illustraties: Kleur
Hard gebonden, 24,5 x 17,5 cm.
ISBN: 978-91-86564-93-3
Uitgever: Facit Förlags AB.
Prijs: SEK 500 ; excl. verzendkosten.
Informatie// Verkrijgbaar bij: Facit Förlags AB – Box 537 – SE-201 25 – Malmö – Zweden.
Website: www.facit.se